't Harde
Artillerieschietterrein
Het dorp ’t Harde is een jong dorp op hele oude grond. Tot diep in de negentiende eeuw was hier eigenlijk helemaal niets. De zandgrond is niet vruchtbaar, dus er was eigenlijk geen reden om hier, op de woeste gronden, te gaan wonen. Totdat in 1875 het Nederlandse leger haar intrede deed en er een militair complex op de Woldberg werd opgericht. Op de Oldebroeksche Heide ontstond een groot Artillerie Schietkamp (ASK). Met het leger kwamen de soldaten en het burgerpersoneel en zo ontstond er langzaam een dorp. Nog altijd is het leger de grootste werkgever in de gemeente Elburg en Hardenezen zijn gewend aan de harde doffe knallen van het geschut tijdens veelal internationale schietoefeningen. De inwoners zijn trots op dit militaire heden en verleden maar vinden het wel een beetje jammer dat het prachtige natuurgebied waarop het leger oefent daardoor niet meer toegankelijk is.
Ontstaan van het landschap
Het landschap rond ’t Harde is vormgegeven door de laatste IJstijd, de stuwwallen van de gletsjers die uit Scandinavië kwamen, eindigden hier. Daarom hebben we ook een ‘berg’ binnen de gemeentegrenzen, de Woldberg, ook wel de Knobbel genoemd. Toen 130.00 jaar geleden de gletsjers begonnen te smelten, zocht het smeltwater zich een weg naar beneden. Het water drukte met grote kracht tegen de stuwwallen en op plekken waar de stuwwal het niet meer kon houden, brak het smeltwater door. Dit was aan de voet van de Knobbel het geval. Er ontstond een bekken van water dat langzaam in de grond zakte en wegstroomde. In het smeltwater zat enorm veel grind dat door wind en water van de stuwdammen was weggestuurd. Het water liep weg, maar het grind bleef achter. Dat noemen we een smeltwaterterras of kameterras. In Nederland zijn maar vier kameterrassen bekend. Er ligt maar een dunne laag stuifzand over ‘ons’ kameterras.
Harde ondergrond
De IJstijd is hier dus heel tastbaar en heeft niet alleen invloed gehad op het landschap maar ook op we dat zijn gaan noemen “ ’t Harde “. De naam van het dorp is letterlijk bepaald door de laatste IJstijd. In een streek van moerassige stroken en eindeloze zanderige vlakten was de grond onder ’t Harde lekker stevig door het achtergelaten oerpuin. Was je inlands onderweg van Elburg naar de hoger gelegen Veluwe of parallel aan de kust van Harderwijk richting Zwolle, dan was het maar wat fijn als je met paard en wagen of te voet op ’t Harde aankwam. Eindelijk een stevige ondergrond waarop je meters kon maken. Daarom wonen Hardenezen ook niet ìn ’t Harde maar òp ’t Harde. Het voorzetsel op, zie je bijna alleen voor woonplaatsen als dat (voormalige) eilanden zijn.